‘Iedereen heeft recht op werk.’ Zo denkt Anne Bakker, directeur van Bakker Transport & Warehousing b.v. in Heerenveen erover. ‘Iedereen die kan werken, zou ook moeten werken’.
24 Jaar geleden is Anne begonnen met zijn transportbedrijf, toen nog met twee medewerkers. Daarvoor zat hij in het meubeltransport en was hij directeur van een samenwerkingsverband van 30 transportbedrijven. Later kreeg hij een zwaar ongeluk, ging door een langdurig revalidatietraject en eenmaal weer op de been, ontstond het idee om een eigen onderneming te starten.
De groei zit erin
Op dit moment staat hij samen met zijn zoon aan het roer van een bloeiend bedrijf dat transport en logistieke dienstverlening verzorgt voor een groot aantal klanten. Dat doet hij onder andere voor een leverancier van babyvoeding, waar hij de complete logistieke keten, van het aanleveren van grondstoffen en opslag, tot bemonstering en aflevering aan de klant verzorgt. Om een idee te geven: de exportactiviteiten waarvoor Bakker de logistieke dienstverlening levert, strekken zich uit naar 80 landen. Het gaat goed met zijn bedrijf. In mei is er een gloednieuw warehouse opgeleverd en hij loopt al weer met plannen rond voor een extra uitbreiding.
Duurzame arbeidsrelatie
Lang voordat het kabinet besloot dat er een Participatiewet moest komen, had Anne al medewerkers in dienst met afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Wij zijn jaren geleden hier met Stam, onze buren hier vlakbij, een proeftraject begonnen met een Wajonger bij afdeling warehousing. Toen waren wij nog wat kleiner. We konden hem 100% aandacht geven. Hij werkt hier inmiddels 6 jaar we hebben hem zo opgeleid dat hij voor de beperkingen die hij heeft, een bijna volwaardige arbeidsplaats heeft.
Daarna hebben we nog twee medewerkers in het warehouse aangenomen. De volgende stap was om ook een chauffeur aan te nemen. Op een personeelsbestand van 55 man hebben we hier nu vier Wajongers aan het werk, twee in de functie van loodsmedewerker en twee als chauffeur. We proberen met een interne scholing deze jongens op een niveau te krijgen dat bij ze past, maar wij moeten er in het bedrijfsproces ook iets mee kunnen.’.
“We streven ernaar dat ze niet met een half jaar weer weggaan, maar dat we een langere arbeidsrelatie met ze opbouwen”
Ontwikkelingsmogelijkheden
Voor deze medewerkers komt er iets meer bij kijken als het gaat om begeleiding en scholing. Hoe pakt Anne Bakker dat aan? ‘Wij werken in de warehousing op drie locaties. In het begin wordt de nieuwe medewerker tijdens zijn werkzaamheden intensief begeleid door zijn mentor. Hij komt niet gelijk in de grote groep, zodat hij niet de druk ervaart en we daarmee het risico lopen dat hij voortijdig afhaakt. Daarnaast vinden we het belangrijk dat mensen ook externe cursussen kunnen volgen om zich op het vakgebied kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld een hef- of reachtruckcursus. Zo kunnen ze doorgroeien in het bedrijf en hoeven ze niet dag in dag uit containers te laden en lossen. We hebben gemerkt dat dit ook helpt om deze mensen volledig in de groep op te nemen.’
‘En soms lukt het ook gewoon niet. Het hangt af van persoon in kwestie, wil hij het of niet. Als zo’n jongen het gevoel heeft alleen maar verplicht aan het werk te zijn en het alleen voor zijn salaris doet, dan gaat het niet lukken. Gelukkig hebben we hebben jongens die hier al 5 of 6 jaar werken.’
Begeleiding is belangrijk
Anne weet nog niet of hij het huidige aantal Wajongers in de toekomst nog gaat uitbreiden. ‘Het hangt af van de ruimte die we daarin hebben, we groeien snel en hoe groter we worden hoe moeilijker het wordt een Wajonger te laten instromen. Ook vanwege het mentorschap. We zijn ooit begonnen met 2 man personeel, nu 20. Dan moet je goed oppassen dat je ze voldoende aandacht geeft. 1-op-1 Begeleiding is voor deze mensen in de beginfase heel belangrijk. En geduld als het gaat om hun ontwikkeling. Je begint met het werken met een pallettruck, dan een heftruck, daarna de reachttruk, dan worden ze reachtruckchauffeur.
Mensen zijn zelf ook trots, ze groeien erin. Met uitzondering van de begeleiding zijn ze voor ons ‘gewone’ medewerkers, en maken ze onderdeel uit van ons team. Twee van hen staan bij ons op de loonlijst, twee hebben we aan het werk via UWV. Na de proefplaatsing krijgen we een bijdrage per maand via de loondispensatie. Wij maken van alle faciliteiten gebruik, ook van een jobcoach. Als er zaken niet helemaal lekker lopen, dat kan bijvoorbeeld ook privé zijn, dan komen de zorgen hier ook op de werkvloer. Dan is het goed om daar een jobcoach bij te halen die daar iets aan kan doen.
Chauffeurs met beperkingen
Er zijn mogelijkheden genoeg, dat zien we ook met de chauffeurs hier. Maar je moet wel rekening houden met hun beperkingen. Wij zetten ze in op ritten zetten van a naar b, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Zodra ze onder druk komen te staan gaat het mis en ontstaat er schade en ongelukken. Dat weet je als je ze binnen haalt. Qua planning moet er dus rekening mee gehouden worden. Het niveau van allround chauffeur zullen ze niet krijgen. Bij ons hadden ze al de vereiste papieren toen ze bij ons kwamen. Wij sturen ze dan eerst mee als bijrijder, of laten ze zelf rijden met mentor. Daarna gaan ze zelf de baan op. We blijven het monitoren, we kunnen de auto’s tot op de meter volgen met de boardcomputers. Als het normale ritten zijn en ze hebben doen er 10 uur over in plaats van 8, dan houden we dat in de gaten.
Productiviteit
We zijn er altijd wel mee bezig om de productiviteit verbeterd te krijgen, maar op een gegeven moment ligt de lat zo hoog, dan gaat het door een bepaalde grens heen en gebeuren er ongelukken. Het zijn Wajongers en ze zijn beperkt, daar moet je rekening mee houden. We proberen er wel het maximale uit te halen en te kijken waar de grens ligt. Daarom is het bij warehousing goed dat we ze de hele dag in het zicht hebben. Bij de chauffeurs is dat anders, daar moeten we het meer hebben van de boardcomputer, dat is weer een ander verhaal.
Geen goedkope arbeidshulp
Wat zou Anne collega-ondernemers adviseren als het gaat om werken met mensen met een arbeidshandicap? ‘Als je eraan begint moet je er volledig voor staan. Deze mensen hebben extra aandacht nodig en je moet de tijd nemen om ze wegwijs maken in het bedrijf. Als je dat niet hebt moet je er niet aan beginnen. Het is geen goedkope arbeidshulp, dat zie je nog te veel. Je moet het ook doen om deze mensen een kans te geven en ze ook verder te laten ontwikkelen, zodat ze kunnen terugkeren in de arbeidsmarkt, dat is onze doelstelling als ze hier binnenkomen.’